heeft de IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson eens gezegd. Het had het motto van mijn grootvader Pieter Kapenga geweest kunnen zijn. Als hoofdagent van de politie te Kampen weigerde hij op 17 november 1942 – op grond van zijn christelijk geloof en de Nederlandse grondwet – Joden op te halen voor transport naar Westerbork. Zijn weigering aan het adres van de Duitse bezetter bleef niet zonder gevolgen: hij werd geschorst en in 1943 gevangen gezet in Kamp Vught. Op 25 mei 1944 werd hij met 860 andere gevangenen per trein overgeplaatst naar Dachau, waar hij tot de bevrijding in mei 1945 dwangarbeid verrichtte.
Na zijn terugkeer in Kampen heeft hij zijn kampervaringen opgetekend in Mijn ervaringen in de concentratiekampen Vught en Dachau. Op dit moment leg ik de laatste hand aan een boek waarin ik het levensverhaal van mijn opa en zijn rol in de oorlog in perspectief wil plaatsen. Ik acht dat belangrijk in een tijd waarin nieuwe vormen van rechteloosheid en racisme de kop opsteken.
Het boek ‘Mijnheer dat weiger ik. Het stille verzet van Pieter Kapenga’ zal in het voorjaar van 2020 verschijnen. De prijs zal ongeveer 25 euro bedragen, exclusief verzendkosten. Wie belangstelling heeft, kan dit aangeven op het elders op deze site vermelde formulier.